Vlaamse regering beslist onafhankelijkheid vervoer en verkoop van elektriciteit
Op voorstel van Steve Stevaert, Vlaams minister van Energie, heeft de Vlaamse regering op 15 juni 2001 een paar uitvoeringsbesluiten bij het Elektriciteitsdecreet definitief goedgekeurd. De uitvoeringsbesluiten regelen de toekomstige structuur van de elektriciteitssector en hebben betrekking op de beheerders van de distributienetten en op de houders van een leveringsvergunning.
Elektriciteitsverbruikers konden tot nu toe enkel hun elektriciteit aankopen bij de intercommunales of, voor de grote verbruikers, rechtstreeks bij de elektriciteitsproducent. Het monopolie van de intercommunales en van elektriciteitsproducent maakte een vrije handel in elektriciteit onmogelijk. Met het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000 komt hieraan een einde. Iedereen zal op termijn elektriciteit kunnen aankopen bij een leverancier naar keuze. De Vlaamse regering moest een en ander nog concreet regelen.
In de toekomst zullen de bestaande intercommunales opgesplitst moeten worden in een netbeheerder voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het distributienet enerzijds en een verkoopsmaatschappij voor de levering van elektriciteit aan vrije klanten anderzijds. Hierdoor worden de distributienetbeheerders onafhankelijk van producenten en leveranciers.
Zo zal de distributienetbeheerder een aantal strategische en vertrouwelijke taken (bijvoorbeeld het databeheer van de verbruiksgegevens) zelf moeten uitvoeren of laten uitvoeren door een derde die geen enkele band heeft met een producent of een leverancier. Op die manier wordt vermeden dat de netbeheerders alle activiteiten uitbesteden aan een bevriende producent of leverancier, met discriminatie van andere producenten of leveranciers als gevolg.
Om de invloed van producenten en leveranciers op de werkzaamheden van de distributienetbeheerders te beperken, mogen producenten en leveranciers voor maximaal 30% participeren in het kapitaal van de netbeheerders.
De gemeenten worden met het nieuwe besluit aangemoedigd om hun aandeel in het kapitaal van de netbeheerders te verhogen.
Om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de distributienetbeheerder te waarborgen, zal de netbeheerder niet mogen participeren in producenten en leveranciers en zal hij geen enkele producent of leverancier mogen bevoordelen of discrimineren ten opzichte van een andere. De raad van bestuur van de netbeheerder moet voor minstens 50% bestaan uit onafhankelijke bestuurders, d.w.z. bestuurders die geen band hebben met producenten of leveranciers. In netbeheerders waarin gemeenten participeren, zal bovendien minstens 70% van de bestuurders voorgedragen worden door de gemeenten. Ten slotte zullen de personeelsleden van de distributienetbeheerders geen activiteiten mogen uitoefenen voor producenten of leveranciers.
Het besluit met betrekking tot de onafhankelijkheid van de distributienetbeheerders zal de structuur van de elektriciteitssector grondig veranderen. Bij wijze van overgangsmaatregel worden de intercommunales die op dit ogenblik instaan voor de elektriciteitsdistributie, voorlopig aangewezen als distributienetbeheerder. Zij hebben vervolgens één jaar tijd om zich aan te passen aan de voorwaarden van het besluit.
Tegelijk met het besluit over de distributienetbeheerders werd op 15 juni 2001 ook het besluit met betrekking tot het toekennen van leveringsvergunningen definitief goedgekeurd. Dit besluit legt de criteria vast waaraan toekomstige elektriciteitsleveranciers uit binnen- en buitenland moeten voldoen om elektriciteit te kunnen verkopen in Vlaanderen. In 2003 zal namelijk iedereen, ook de gezinnen, zijn elektriciteitsleverancier vrij kunnen kiezen.
Wanneer u op de hoogte wenst te blijven van nieuwe wendingen op het gebied van de liberalisering van de elektriciteitsmarkt of van de tariefstructuren, klik dan hier om onze elektronische nieuwsbrief te ontvangen.